Individuele behandeling specialistisch zwaar-zeer zwaar betreft een behandeltraject voor jeugdigen met (een vermoeden van) (DSM V) stoornissen met een duidelijk of een ernstig risico voor de jeugdige of zijn omgeving. Behandeling specialistisch betreft complexe zorg die niet binnen de producten van de behandeling basis kan worden gegeven en waarvoor meer gespecialiseerde inzet nodig is vanuit een interdisciplinair team.
Het accent ligt daarbij behandeling van hoog complexe hulpvragen met een hoog risico op ernstige zelfverwaarlozing, decompensatie, suïcide van de jeugdige of risico’s van huiselijk geweld. Er zijn een of meerdere risicofactoren aanwezig die kunnen zorgen voor ernstige ontregeling en ernstige ontwikkelingsstagnatie.
De behandeling bestaat uit gesprekken met jeugdige en/of ouder(s)/gezin/wettelijk vertegenwoordiger gericht op het gezamenlijk inventariseren en oplossen van de problemen. De hulpverlener ondersteunt en instrueert (zo nodig) de jeugdige bij het verwerven van effectief gedrag, waarmee deze zelf zijn/haar probleem tot een oplossing kan brengen.
Bij deze jeugdige en betrokken gezin zijn soms meerdere organisaties/hulpverleners/behandelaren betrokken en is samenwerking noodzakelijk om steun vanuit het netwerk te genereren, participatie te bevorderen en eventuele sociale isolatie te verminderen. Er kan er sprake zijn van het gelijktijdig inzetten van meerdere behandelvormen, aangezien de problemen zich op meerdere ontwikkelingsgebieden kunnen afspelen. Ook zal samenwerking met ketenpartners veelal noodzakelijk zijn.
De jeugd- en gezinsprofessional werkt samen met het gezin aan doelen beschreven in een samen opgesteld plan van aanpak. De resultaten van de doelen worden samen met jeugdige/ouders (en/of wettelijk vertegenwoordiger) geëvalueerd.
De behandeling wordt ingezet in nauwe samenwerking en in afstemming met ouders (en/of wettelijk vertegenwoordiger), wettelijk verwijzer/ casusregisseur lokale basisteam, en andere direct betrokkenen (als peuterspeelzaalleidsters en leerkrachten). De behandeling vindt zoveel als mogelijk plaats in de directe leefomgeving van de jeugdige.
Let op: