Verblijf Jeugdhulp Plus

Jeugdhulp Plus heeft als doel een dusdanige gedragsverandering te realiseren dat de jeugdige weer kan participeren in de maatschappij. De jeugdige kan na behandeling in de Jeugdhulp Plus instelling, thuis of in een open voorziening verder worden behandeld. Jeugdhulp Plus wordt zo kort als nodig, maar zo lang als noodzakelijk opgelegd. Iedere jeugdige in een Jeugdhulp Plus instelling krijgt een hulpverleningsplan. Hierin kunnen, in het belang van de behandeling, beperkende maatregelen staan.

Dit product betreft het Verblijfstraject Jeugdhulp Plus, dat wil zeggen:

Gedwongen opname in een drie milieu gesloten verblijfssetting met een intensief gedwongen behandeltraject. De kern van het verblijf is stabilisatie en behandelen, randvoorwaarde hierbij is dat er toezicht en nabijheid kan worden geboden middels vrijheidsbeperkende maatregelen. Op het terrein is er de mogelijkheid tot het volgen van onderwijs en wordt vrijetijdsbesteding geboden. Plaatsing geschiedt op basis van een ‘rechtelijke machtiging gesloten jeugdzorg’.

Het verblijf is een onderbreking van een ambulant traject of (vrijwillig) intramuraal traject en wordt ingezet met het perspectief om zo snel als mogelijk weer een ambulant of vrijwillig intramuraal traject voort te zetten. Het Verblijfstraject Jeugdhulp Plus bevat de volgende onderdelen:

1.       Een intake. Gegevens uit de intake dan wel het ambulante voortraject vormen tezamen met eventuele diagnostiek de basis voor het uit te werken begeleidings-/behandelplan tijdens het verblijf. Het samen met jeugdige/ouders (en/of wettelijk vertegenwoordiger) opgestelde perspectief wordt uitgewerkt in een plan. Begeleiding vindt plaats op basis van dit plan.

2.       Een kort gesloten verblijftraject met de volgende onderdelen:

• Verblijf met verzorging, zoals een slaapplaats, voeding en het bieden van veiligheid. Het betreft de basisvoorwaarden voor een ‘gewoon’ leven;
• Een positief pedagogisch (behandel) klimaat: dagelijkse opvoeding en begeleiding bij onderwijs en vrijetijdsbesteding;
• Individuele begeleiding gericht op onder meer het leren van een dagstructuur, het aanleren van sociale vaardigheden/verbreden sociaal netwerk, het aanleren van praktische vaardigheden het versterken van de autonomie. De begeleiding is afgestemd op de problematiek van de individuele jeugdige. Er is sprake van afgestemde methodisch handelen gebaseerd op een begeleidings-/ behandelplan;
• Specifieke (groeps-)methodieken die voor alle jeugdigen in het dagelijkse behandelklimaat aanwezig zijn en zowel breed ingezet worden als specifiek toegepast op basis van het individuele behandelplan van een jeugdige. Hieronder vallen in ieder geval:

a)  Individuele activiteiten en activiteiten in groepsverband die voortkomen uit de volgende methodes:

• Geweldloos verzet
• Traumasensitief werken
• Cognitief competentiegericht behandelmodel
• Positive Behaviour Suppor

b) Alle vormen van Vaktherapie, zoals bijvoorbeeld Psychomotorische therapie (PMT)

• Door de Jeugdhulpaanbieder wordt (al dan niet in samenwerking met de onderwijspartner) activatie en motivatie tot het volgen van onderwijs of het volgen van een integraal dagprogramma (bijvoorbeeld dagbesteding of (toeleiding naar) arbeid) geboden.
• Behandeling: het op methodische wijze inzetten van goed onderbouwde dan wel bewezen effectieve individuele en/of groepsinterventies. De behandeling is afgestemd op de specifieke situatie van de individuele jeugdige, bijvoorbeeld gericht op het leren omgaan met de persoonlijke problematiek, het versterken van communicatieve vaardigheden en/of (her) nemen van controle over dagelijks handelen. Er is sprake van planmatige gedragsinterventies.
• Bescherming: uitvoering van vrijheidsbeperkende maatregelen volgens de meest actuele versie van de sectorale veldnormen, zoals de mogelijkheid tot het tijdelijk afsluiten van de kamerdeuren en buitendeuren en het bieden van begeleiding bij het verlaten van het gebouw of terrein etc. als de situatie van de jeugdige dat noodzakelijk maakt.

• Samenwerking met ouders: ouders wordt tijdens het verblijf van de jeugdige de mogelijkheid geboden zorgtaken op zich te nemen, bijvoorbeeld door deel te nemen aan activiteiten op de behandelgroep of tijdens bezoeken van de jeugdige thuis. Er wordt gezinsgericht gewerkt en zoveel als mogelijk samen met ouders gewerkt aan terugkeer naar de thuissituatie of een vervolgtraject ingezet richting zelfstandigheid. Specifieke ondersteuning aan ouders kan bestaan uit psycho-educatie en bijvoorbeeld ouderbegeleiding.
• Samenwerken met het formeel betrokken netwerk, de betrokken jeugdhulpaanbieders, jeugdbescherming en/of jeugdreclassering en de casusregisseur van het lokale team.

3.       Voorbereiding op (begeleide) zelfstandigheid of vervolgtraject.

Tijdens de behandeling wordt een fase ingebouwd waarin de jeugdige wordt voorbereid op (begeleide) zelfstandigheid. Na de verblijfsfase zijn al meer vrijheden mogelijk, zoals het naar school gaan buiten het terrein van de voorziening. In deze fase krijgt de jeugdige meer autonomie en verantwoordelijkheid afgestemd op de ontwikkelingen die de jeugdige heeft doorgemaakt.

Aanvullende inzet naast verblijf Jeugdhulp Plus

Het leef- en behandelklimaat Jeugdhulp Plus kent in de basis begeleiding in groepsverband en individuele begeleidings-/behandelmomenten passend bij behoefte en behandeldoelen van een jeugdige. Dit is onderdeel van het reguliere aanbod Jeugdhulp Plus en onderdeel van het etmaaltarief.

Aanvullend op het verblijf in Jeugdhulp Plus kan, onderbouwd door de gedragswetenschapper van de aanbieder, extra begeleiding en/ of individuele behandeling worden aangevraagd bij de verwijzer:

Deze specifieke individuele behandeling is altijd individueel en gericht op specifieke problemen, gedragingen of klachten. De specifieke behandelingen zijn individueel, op maat en onderdeel van het gehele zorgtraject van een jeugdige. Individuele behandeling kan ook door andere jeugdhulpaanbieders worden geboden, zowel voor, tijdens als na het verblijf in Jeugdhulp Plus.

In de volgende gevallen kan de gedragswetenschapper van aanbieder aanvullende inzet aanvragen bij de verwijzer:

• GGZ/ psychologische diagnostiek t.b.v. DSM 5 classificatie waarvoor testdiagnostiek noodzakelijk is. De Jeugdhulpaanbieder biedt wel handelingsgerichte diagnostiek inclusief verklarende analyse en beschrijvende diagnose inclusief eventuele aanpassing DSM 5 classificatie;
• Cognitieve Gedragstherapie;
• Specialistische individuele behandeling van GGZ-problematiek (DSM-5);
• Gezinsgerichte behandelprogramma’s zoals RGT, MDFT, MST;
• Specifieke specialistische dagbestedingsprogramma’s gericht op behandeling, ingezet als onderwijs (tijdelijk) niet mogelijk is.

Daarnaast kan het voorkomen dat jeugdigen met zeer complexe of intensieve problematiek individuele begeleiding nodig hebben. De inzet vindt overwegend plaats bij jeugdigen met specifieke multi complexe problematiek; bijvoorbeeld combinaties LVB/VG, psychiatrie, forensische problematiek. Vaak is er sprake van ontregelend en escalerend gedrag, al dan niet met ernstige veiligheidsrisico’s. De individuele begeleider functioneert dan als co-regulator waardoor risico’s verlaagd worden.

De individuele begeleiding wordt op en buiten de groep aan jeugdigen geboden, ter aanvulling op het reguliere aanbod Jeugdhulp Plus. Inzet van individuele begeleiding is alleen mogelijk voor jeugdigen:

• die (gedeeltelijk) niet deel kunnen nemen in dagelijkse routine en dagprogramma vanwege de noodzaak tot continue co-regulatie en de daarmee samenhangende risico’s voor zichzelf of anderen en;
• die ernstige veiligheidsrisico’s/ ontregeling veroorzaken wanneer zij op de groep verblijven.

Deze individuele begeleiding gericht op co-regulatie en veiligheid kan zowel op de groep als buiten de groep aan de jeugdige geboden worden. De inzet van de individuele begeleiding wordt ten minste elke 4 weken heroverwogen.

Perspectief

De jeugdige en ouders worden begeleid bij de terugkeer van de jeugdige in de thuissituatie, dan wel begeleid bij het maken van de overstap richting bijvoorbeeld verblijf in een open setting, begeleid wonen of naar zelfstandigheid al dan niet met behulp van ambulante ondersteuning. In nauwe samenwerking met de casusregisseur van het lokale team en/of GI wordt een begeleidingsplan opgesteld voor dit na-traject. In het plan, gericht op het voorkomen van terugval, is aandacht voor relaties, wonen, onderwijs of werk, vrijetijdsbesteding en financiën en de hierbij eventueel noodzakelijke ondersteuning. Het is de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de aanbieder, de casusregisseur van het lokale team en indien van toepassing de jeugdbeschermer om dit plan op te stellen. De aanbieder neemt het initiatief tot het gezamenlijk overleg hierover.

De duur van het verblijf varieert en is mede afhankelijk van het samen met jeugdige en ouders en in afstemming met de casusregisseur van het lokale team en indien van toepassing de betrokken jeugdbeschermer, opgestelde perspectief en de resultaatdoelen. Bij zeer complexe ondersteuningsvragen en ernstige veiligheidsrisico’s kan de verblijfsduur langer zijn.